Een taalschool biedt natuurlijk de mogelijkheid om verschillende talen te leren. Als je de mogelijkheid hebt, kies er dan voor om Chinees te leren. Het is een taal die niet veel gesproken wordt door Nederlanders. Dus je onderscheidt je direct als je Chinees op een taalschool geleerd hebt. 

De Chinese economie blijft elk jaar maar groeien. Ook de nationale en internationale vraag naar Chinese producten blijft stijgen, en de Yen is een sterke munt. China heeft de op één na grootste economie ter wereld. Bovendien is China een  belangrijke handelspartner van Nederland. Veel bedrijven in de Nederland doen zaken in China en hebben offshore kantoren in het land.

Kortom, het is raadzaam om deze mooie taal te overwegen. Het biedt veel mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Professionals studeren vooral Mandarijn Chinees, de dominante vorm van Chinese taal die overal op het vasteland wordt gesproken.

Bij een goede taalschool heb je 36 maanden nodig

De taal heeft echter de reputatie dat het een van de moeilijkste talen te is om te leren. Bekwaam worden duurt ongeveer 75 weken. Dat betekent dat je in het Chinees kunt lezen en schrijven als je vijf keer per week, vier uur studeert bij een erkende taalschool. In de realiteit vertaalt dit naar 36 maanden continue studie, naast bijvoorbeeld een fulltime baan. 

Mandarijn wordt in veel landen gesproken

China’s cultuur, die meer dan 5000 jaar oud is, is de oudste en rijkste continue cultuur ter wereld. Alleen al Mandarijn Chinees wordt gesproken in 13 landen. Dat zijn ongeveer 909 miljoen mensen die Mandarijn Chinees als eerste taal leren. De meeste Mandarijn Chinese sprekers bevinden zich in China. In China spreken ze daarnaast ook Standaard Chinees, Noord Chinees, Zhong Guo Hua, Beijing Hua, en Beifang Fangyuan.  

Mandarijn wordt ook gesproken in landen met grote Chinese invloed zoals Thailand, Hong Kong, Singapore, Mongolië, Filippijnen, Taiwan, Myanmar, Indonesië, Maleisië, Macau, Brunei, en Australië. In de Verenigde Staten is de gangbare Chinese taal het Kantonees.

Chinees leren bij een taalschool

Chinees studeren gaat niet alleen over het leren van de taal. Een goede taalschool biedt een totaalpakket, wat betekent dat de cultuur, geschiedenis, economie en politiek ook onderdeel zijn van het lesmateriaal. Je moet ook de archeologie, de kunsten en de literatuur goed bestuderen. Als je dat allemaal begrijpt, dan gaat het spreken van de Chinese taal een stuk makkelijker. Je snapt immers de wisselwerking tussen de taal, cultuur, en gewoontes. 

Is de taal moeilijk te leren? Deze vraag is subjectief, omdat sommige mensen zeggen dat het gemakkelijk is om Chinees te leren zolang je er maar genoeg tijd aan besteedt. Anderen zeggen dat het erg moeilijk is om te leren. Het scheelt per persoon hoe makkelijke je een taal opneemt, hoeveel tijd je er aan besteed, en hoeveel je je in de nieuwe cultuur verdiept. 

Is de Chinese grammatica ingewikkeld? De Chinese taal kent geen werkwoorden zoals wij die kennen. Er zijn namelijk geen vervoegingen en er is bijvoorbeeld geen verleden tijd. Het verbuigen van zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden kennen ze ook niet. De woordvolgorde is hetzelfde als in het Nederlands. Eerst het onderwerp, dan het werkwoord, en dan het object. Je hoeft dus eigenlijk alleen maar de woorden te leren, en in de al bekende volgorde te zetten. Het is dus eigenlijk gemakkelijker dan onze grammatica.

<h2>Voordelen van het leren van Mandarijn Chinees bij een taalschool</h2>
Het grootste voordeel is dat je in heel China met mensen kan communiceren. Dit kan belangrijk zijn voor je carrière bijvoorbeeld. Er zijn veel bedrijven die de voorkeur geven aan kandidaten die tweetalig of meertalig zijn. Veel bedrijven die handelen met China, of kantoren hebben in China, zijn op zoek naar mensen die Mandarijn kunnen spreken. Mocht je interesse hebben in Azië, dan zijn je professionele kansen een stuk groter als je de taal spreekt. 

Ook als je meer interesse in politiek hebt, is Chinees een uitermate nuttige taal. China sloot in de 15e eeuw haar deuren voor de buitenwereld. Tijdens de Ming dynastie was het ‘s werelds machtigste land. Het was zelfvoorzienend, dus ze hadden geen interactie met de rest van de wereld nodig. Door de omvang van het land en de bevolking kon het land zijn economie in stand houden. China begon in 1972 met de heropening van zijn deuren naar het Westen. Sindsdien is het een belangrijke speler geworden in de wereldpolitiek. Een grootmacht waar niemand omheen kan.